De WBTR-wetgeving

In november 2020 heeft de Eerste Kamer het wetvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) aangenomen. De wet is op 1 juli 2021 in werking getreden en heeft ook gevolgen voor clubs. Met de WBTR wordt de regeling voor bestuur en toezicht bij (onder meer) de vereniging en de stichting aangevuld, verduidelijkt en zo veel mogelijk in lijn gebracht met de regelingen die gelden voor de BV en de NV. Het is van belang om de huidige statuten tegen het licht te houden zodat inzichtelijk wordt welke bepalingen (op termijn) dienen te worden aangepast of aangevuld.

Mr. Arthur van der Hoeff van de Nederlandse Stichting Vereniging en Recht heeft naast een video over de WBTR-regeling ook een stappenplan gemaakt die je met jouw medebestuurders samen moet doorlopen. Ook zijn de KNGU modelstatuten voor verenigingen en het huishoudelijk reglement aangepast aan de nieuwe wetgeving. Deze documenten vind je onderaan deze pagina. Ook vind je hier de veelgestelde vragen over de nieuwe wetgeving.

Ga je, als club, de statuten bijvoorbeeld vanwege de WBTR aanpassen, gebruik dan de modelstatuten en het huishoudelijk reglement voor clubs. Deze worden door de KNGU ter beschikking gesteld en zijn al aangepast aan de nieuwe WBTR-wetgeving en aangevuld met een gedeelte over ‘digitaal/elektronisch stemmen’. Stuur vervolgens je conceptstatuten naar het [email protected] zodat onze adviseur deze kan toetsen aan de regelgeving van de KNGU en eventuele aanbevelingen kan doen. Het toetsen van de statuten behoort tot een van de voorwaarden van het lidmaatschap van de KNGU zoals omschreven in hoofdstuk 4 (4.1.01) van het huishoudelijk reglement. Deze service is kosteloos voor clubs die zijn aangesloten bij de KNGU.  

Mocht jouw vraag niet bij de onderstaande FAQ staan, neem dan gerust contact op met een van onze accountmanagers via het serviceteam. Per mail [email protected] of telefonisch 055-505 87 00. Het serviceteam brengt je graag in contact met de juiste accountmanager.

Modelstatuten

Huishoudelijk reglement

Waarom notulen ertoe doen

FAQ

  • Wat is de WBTR?

    De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) gaat over: 

    • Positie en plichten bestuursleden en toezichthouders; 
    • De aansprakelijkheid van bestuursleden en toezichthouders;
    • Financieel beleid en goedkeuring van uitgaven;
    • Regels omtrent belangenverstrengeling;
    • Procedures bij grote uitgaven of investeringen; 
    • En bovenal een wettelijke verplichting voor o.a. verenigingen en stichtingen. 
  • Waarom is de WBTR-wetgeving er?

    De WBTR-wetgeving is onder meer bedoeld om de regels over aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen duidelijker te regelen. Het wetsvoorstel geeft vorm aan een professionaliseringsslag bij verenigingen en stichtingen. De noodzaak hiervan is gebleken na een aantal incidenten. Met incidenten bedoelt men financiële problemen, zelfverrijking van bestuurders, fraude en diefstal.  

  • Waarom is het goed voor de vereniging om aan de WBTR te voldoen?
    • Het schept duidelijkheid; 
    • Het laat nieuwe/potentiële bestuursleden, leden, sponsoren en anderen zien dat zaken goed op orde zijn;
    • Bestuursleden behoeden voor persoonlijke aansprakelijkheid. 
  • Is het nodig om de statuten van de vereniging te wijzigen?

    De wetswijziging leidt tot een noodzakelijke aanpassing van de statuten van een vereniging. De statuten moeten een bepaling gaan bevatten waarin staat wat er moet gebeuren in het geval van afwezigheid van alle bestuurders (en/of toezichthouders). Dus bepaald moet zijn wie er beslissingen mogen nemen als niemand van het bestuur dat meer kan of mag. Hiervoor kan bijvoorbeeld naast de kascommissie een continuïteitscommissie worden ingesteld.  

    Het doorvoeren van de wijziging (zie stap 1 van het stappenplan) moet gebeuren bij de eerstvolgende statutenwijziging. Dat hoeft dus niet voor de invoeringsdatum van de wetswijziging te zijn, maar is natuurlijk wel aan te bevelen. Zeker als de statuten toch al enigszins zijn verouderd. De nieuwe wettelijke bepalingen gaan echter al wel gelden. 
     
    Als de statuten een bepaling bevat dat een bestuurder (of toezichthouder) méér stemmen kan uitbrengen dan alle andere bestuurders bij elkaar dan is deze bepaling tot uiterlijk 5 jaar na inwerkingtreding van de WBTR geldig (of de eerstvolgende statutenwijziging). 

  • Wat is er aangepast in de KNGU model statuten voor verenigingen?

    In dit document vind je de model statuten, met in het geel gearceerd alle aanpassingen/toevoegingen, zodat het voldoet aan de WBTR-wetgeving. 

  • Hoe lang kan de vereniging wachten met het aanpassen van de statuten naar de nieuwe wetgeving?

    Daarvoor is in de WBTR geen vaste termijn opgenomen. In theorie mag de vereniging jaren wachten. Het is raadzaam om een statutenwijziging in elk geval binnen een termijn van vijf jaar te voeren en liever natuurlijk binnen een kortere termijn.

  • Hoe borgen wij als bestuur de nieuwe wettelijke bepalingen vanaf 1 juli 2021?

    De meeste nieuwe bepalingen geven een inkleuring wat goed bestuur inhoudt en kunnen worden ingevoerd in de dagelijkse praktijk zonder dat dit afhankelijk is van de statutenwijziging.

  • Is het verplicht om naast de statuten het huishoudelijk reglement aan te passen?

    Nee, het is geen verplichting. Het is wel een goede optie om een aantal ‘goed bestuur’ bepalingen reglementair te borgen (bijvoorbeeld taak- en functieomschrijvingen van het bestuur). Het is wel raadzaam om het huishoudelijk reglement door te nemen en waar nodig aan te passen. 

  • Moeten we als bestuur nog meer zaken regelen vanwege de WBTR?

    De wet stuurt op het vastleggen van basisregels voor bestuur en toezicht. Niet alle nieuwe wettelijke bepalingen hoeven in de statuten te worden opgenomen. Maar er moet in de praktijk natuurlijk wel aan de wet uitvoering worden gegeven. De volgende nieuwe wettelijke bepalingen moeten in elk geval tot de bestuurspraktijk gaan behoren:  

    • Bestuurders moeten zich bij de vervulling van hun taak richten naar het belang van de organisatie. Bij een tegenstrijdig belang mag een bestuurder niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over het desbetreffende onderwerp; 
    • Bestuurders hebben altijd het recht om de algemene vergadering te adviseren over een besluit dat moet worden genomen. Ook als de bestuurders vervolgens zelf mogen meestemmen als lid; 
    • Een bestuurder mag meer dan één stem hebben, maar mag niet méér stemmen uitbrengen in een bestuursvergadering, dan de andere bestuursleden tezamen;
    • Indien de voordracht voor een bestuursfunctie één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, dan heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen.  

    Er is wat voor te zeggen om de wettelijke bepalingen ook op te nemen in de statuten, om daarmee het risico dat de wet wordt overtreden extra te verkleinen. Ook omdat de statuten toch al moeten worden gewijzigd (zie stap 1 van het stappenplan). 

  • Wordt het aansprakelijkheidsrisico van bestuurders groter met de WBTR?

    Op grond van het huidige recht zijn bestuurders van alle soorten rechtspersonen (waaronder verenigingen, stichtingen) tegenover de rechtspersoon gehouden om hun taak behoorlijk te vervullen. Als zij dat niet doen (en dus hun taak onbehoorlijk vervullen), zijn zij aansprakelijk voor de schade die daardoor ontstaat. Dat verandert niet met de WBTR. Wat wel verandert, is dat de bepalingen over aansprakelijkheid in faillissement ook gaan gelden voor bestuurders (en commissarissen) van verenigingen. Voor bestuurders van verenigingen die niet zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting en onbezoldigd zijn, geldt wel een lichter regime. Het niet voldoen aan administratieverplichtingen is niet direct een grond voor aansprakelijkheid 

    Als een bestuurder zijn taken ernstig heeft verzuimd, is het voor een curator belangrijk dat hij de bestuurder hiervoor aansprakelijk kan houden. Dat maakt de WBTR nu mogelijk. Het is dus niet zo dat de aansprakelijkheidsregel gewijzigd wordt, maar wel het toepassingsbereik ervan. Niet aansprakelijk is de bestuurder die bewijst dat de onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.  

  • Hoe toon ik als bestuurder aan dat ik niet nalatig ben geweest?

    Dit zal afhangen van de omstandigheden. Maar als de eigen taak goed is uitgevoerd en aan de bel is getrokken bij het ontdekken van onbehoorlijk bestuur van een collega-bestuurder is het risico zeer klein om zelf aansprakelijk te worden gesteld. Draag zorg voor een goede verslaglegging in notulen. 

  • Wordt het door de WBTR-wetgeving niet nog lastiger om nieuwe mensen te werven voor een bestuursfunctie?

    Nee, dat is ook echt niet de bedoeling van de nieuwe regels. Belangrijk is om aan te tonen dat is voldaan aan de eisen die aan het goed besturen worden gesteld. En dit ook inzichtelijk te maken binnen en buiten de vereniging. Een hulpmiddel hierbij is om de toetsing voor het Predicaat Goed Bestuurd (zie www.verenigingenrecht.nl) te laten uitvoeren. Met het behalen van het Predicaat kan worden uitgedragen dat de vereniging en het bestuur voldoen aan de eisen van Goed Bestuur. 

  • Als het bestuur het stappenplan doorloopt en de statuten aanpast conform de nieuwe WBTR-wetgeving is het dan nog raadzaam om een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten en zo ja waarom?

    Het risico op bestuurdersaansprakelijkheid is en blijft ook onder de nieuwe wet klein. Voor de meeste verenigingen is het afsluiten van een dergelijke verzekering niet nodig, maar als er toch extra risicofactoren zijn dan kan ervoor worden gekozen om een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Het is en blijft een eigen afweging.

  • Veranderd er iets in het meervoudig stemrecht van de bestuurder?

    Een bestuurder (of commissaris) mag niet meer stemmen uitbrengen dan de overige bestuurders (of commissarissen) tezamen. Hij of zij mag dus niet in de gelegenheid zijn alle anderen te ‘overrulen’.  

    Een statutaire regeling die afwijkt van dit basisprincipe is geldig tot uiterlijk vijf jaar na inwerkingtreding van de WBTR of tot de eerstvolgende statutenwijziging (naar gelang welk moment eerder valt). 

  • Ben ik als club verplicht om nieuwe/aangepaste statuten door de KNGU te laten toetsen?

    Ja, het behoort tot een van de voorwaarden van het lidmaatschap van de KNGU zoals omschreven in hoofdstuk 4 (4.1.01) van het huishoudelijk reglement.

    Ga je, als club, de statuten bijvoorbeeld vanwege de WBTR aanpassen, gebruik dan de modelstatuten en het huishoudelijk reglement voor clubs. Deze worden door de KNGU ter beschikking gesteld en zijn al aangepast aan de nieuwe WBTR-wetgeving en aangevuld met een gedeelte over ‘digitaal/elektronisch stemmen’. Stuur vervolgens je conceptstatuten naar het [email protected] zodat onze adviseur deze kan toetsen aan de regelgeving van de KNGU en eventuele aanbevelingen kan doen. Deze service is kosteloos voor clubs die zijn aangesloten bij de KNGU.