Een boost voor het verenigings­gevoel

Als vereniging willen we het seizoen fijn afsluiten voor onze leden en vrijwilligers. Dit betekent dat er telkens een piek is aan activiteiten in de weken voor de zomervakantie. Als je in de flow van organiseren zit, blijf je maar doorgaan. Wat is het fijn om tijdens de vakantie dan even niks te doen. Drie weken geen W.I.K., het was heerlijk! Maar eenmaal thuis hoort het verenigingsleven, net als mijn gezin en werk, nu eenmaal onlosmakelijk bij wie ik ben en kriebelt het meteen weer om aan de slag te gaan. Met alle bijhorende uitdagingen, want ook bij onze club zijn te weinig trainers en hebben we groepen moeten opheffen. We kijken ook naar wat wél kan en maken de planning voor het nieuwe seizoen. En daar hoort het organiseren van een KNGU-regiowedstrijd bij.

Geen organiserende club betekent geen wedstrijden.
In april organiseerde onze club voor het eerst sinds acht jaar weer een KNGU-wedstrijd. Onze selectietrainsters probeerden al enige jaren het bestuur te overtuigen, maar telkens ontvingen zij nul op het rekest. “We hebben het al zo druk”, “te weinig vrijwilligers”, “het levert niks op” en zo hadden we nog tig argumenten. De trainsters hielden vol en ergens wisten we als bestuur ook dat we een verplichting hebben naar de andere clubs in onze regio. Want ook zij hebben te maken met een tekort aan vrijwilligers en toch organiseren zij een wedstrijd. En dus gingen we als bestuur akkoord, onder één voorwaarde: alle ouders van onze 28 selectieleden zouden een steentje bijdragen. Samen met de trainsters organiseerden we aan het begin van het seizoen een bijeenkomst waar we de situatie toelichtten: “Geen organiserende clubs betekent dat jullie kinderen aan minder wedstrijden kunnen deelnemen.” En we legden uit dat als iedereen een taak oppakt waar hij/zij energie van krijgt, het ook leuk kan zijn om met zijn allen iets te organiseren. Iedereen stemde in en aan de hand van het KNGU-draaiboek werd een takenlijst opgesteld. De ouders kozen wat bij hen paste en de subcommissies gingen aan de slag. De KNGU leverde de materialen. 

Hulp en advies van andere clubs
Het was een indrukwekkend gezicht: twee grote oranje containers stonden in het weiland achter de sporthal. Even dachten we: help, waar zijn we aan begonnen. Maar dankzij de adviezen van clubs die vaker wedstrijden organiseerden, toverden we in twee uur tijd de gewone sportzaal om in een ware turnhal. Daarna dronken we met alle vrijwilligers een drankje aan de bar en het verenigingsgevoel dat we vaak missen, was nu juist heel sterk aanwezig. Met zijn allen klaarden we de klus en keken we uit naar de wedstrijd. Op de wedstrijddag had het bestuur geen specifieke taak en dat was een wijs besluit. Zo konden we bijspringen waar nodig en hadden we de tijd om met de vrijwilligers te praten en om met genodigden te netwerken. Zo bleek dat een KNGU-wedstrijd ook voor de gemeente interessant kan zijn. De politici die we hadden uitgenodigd waren echt onder de indruk van de grootte en regionale reikwijdte van de wedstrijd en samen zagen we kansen. Ook potentiële sponsors konden zien wat zo’n wedstrijd inhoudt. Je ontvangt immers een divers publiek. Deze wedstrijd was een goede leerschool en samen met de ouders hebben we besloten om ook dit seizoen een regiowedstrijd te organiseren. Met verbeterpunten aangetekend in het draaiboek en de kansen die er zijn, wordt het vast weer een succes!

 

Jojanneke van Dalen is sinds 2014 bestuurslid en vanaf 2019 voorzitter van sportvereniging Willen Is Kunnen (SV W.I.K.), een club met zo'n 180 leden in Noord-Brabant. Sinds begin 2021 werkt ze ook als productmanager clubservices bij de KNGU. Heb je vragen naar aanleiding van de column, stuur gerust een mail naar [email protected].

Dit artikel komt uit het magazine DG The Connection #2 2022. Wil je deze magazines in de toekomst ook ontvangen? Sluit dan nu een abonnement af via deze website.