Best Practices
Placeholder
Geplaatst door Luc Keersmaekers 3 jaar geleden

Clubhuis DZC’68 staat bol van de activiteiten

Het clubhuis van DZC’68 is zeven dagen per week open. Niet alleen vanwege het voetbal, welnee, de vereniging staat letterlijk open voor tal van andere activiteiten. Voorzitter Jan Minkhorst vindt het belangrijk dat iedereen welkom is bij zijn club. “En dat zeven dagen in de week, zestien uur per dag. En dat zijn we heel gewoon gaan vinden.”

Jan Minkhorst is al een halve eeuw lid van voetbalvereniging DZC’68. Als achtjarig jongetje kwam hij er voetballen. Inmiddels is hij, na tal van taken, ruim een decennium voorzitter van zijn Doetinchemse club. Nog steeds als vrijwilliger. Minkhorst werkt als programmamanager en adviseur clubkaderontwikkeling bij NOC*NSF. In die rol stimuleert hij clubs om zich open te stellen voor de maatschappij en inclusie via sport te bevorderen. Zijn eigen club heeft onder zijn bezielende leiding in ieder geval een enorme metamorfose ondergaan. Koken, fietsles en buitenschoolse opvang? Het kan allemaal.

Breed activiteitenprogramma

“We constateerden op een gegeven moment dat we een goed georganiseerde club zijn, maar dat er vanuit de maatschappij ook andere behoeften waren”, vertelt Minkhorst. “Zo begon bijvoorbeeld een groepje van zeven personen in de kantine met kookles. Inmiddels staan er wekelijks veertig tot vijftig mensen met een vluchtelingenstatus of een verstandelijke beperking achter het fornuis in het prachtige, nieuwe clubhuis. Als onderdeel van een breed activiteitenprogramma.”

Maar er gebeurt zoveel meer dan dat. Minkhorst: “We zoeken voortdurend naar partners om mee samen te werken, om een win-winsituatie te bereiken. Zo hebben we nu al jaren een sportieve buitenschoolse opvang in ons gebouw. Wij verdienen daar iets aan, de opvang heeft een mooie locatie met sportfaciliteiten en de deelnemers maken kennis met diverse sporten.”

Participatiefilosofie

De meeste activiteiten drijven op de participatiefilosofie. En dat gaat zover dat het clubhuis zeven dagen per week bol staat van de activiteiten. Zelfs het schoonmaken van het gebouw is een activiteit op zich. Dat gebeurt door een groep mensen met een verstandelijke beperking en mensen met gedragsproblemen. “Dat is een mooi voorbeeld. We hebben het ingezet als dagbesteding. Eenmaal binnen kun je ze ook andere activiteiten aanbieden. De mensen in dit programma gaan binnenkort twee keer per week sporten en krijgen kookles. We leren ze zo een gezondere leefstijl. Ook de mensen die voor de kookles zijn gekomen, stijgen gaandeweg op de participatieladder en volgen inmiddels taalles, fietsles of zijn begonnen met sporten.”

“Heel veel van de mensen met een vluchtelingenstatus die als deelnemer aan bijvoorbeeld de kookles zijn gekomen, doen nu ook vrijwilligerswerk voor de club. Bovendien hebben we ook echt mensen in dienst kunnen nemen. DZC’68 is werkgever, we hebben 3,5 fte. Daarnaast merken we dat ons imago in de buurt echt veranderd is. We zijn al lang niet meer die sportclub, mensen weten ons voor veel meer dan dat te vinden. We staan nu te boek als een maatschappelijke organisatie.”

Imago

Samenwerken is het sleutelwoord gebleken bij de nieuwe koers van DZC’68. “We werken met heel veel partijen samen”, zegt Minkhorst. “Gemeente, scholen, verenigingen, ziekenhuizen, Grenzeloos actief, noem maar op. We zijn eind 2018 met zeven sportclubs én een ziekenhuis gestart om mensen met de longziekte COPD aan het sporten te krijgen. We zetten sport in als middel om te re-integreren of te participeren.”

Niet alleen in het gebouw, ook op de velden zijn er allerlei activiteiten voor mensen die anders niet kunnen meedoen. Minkhorst: “We bieden bijvoorbeeld Walking football, voor mensen die wat ouder zijn of om een andere reden niet kunnen rennen. En we hebben samen met twee andere voetbalverenigingen elftallen voor mensen met een beperking.” Mensen met bijvoorbeeld ADHD of een autistische stoornis kunnen ook in de gewone teams meedoen en daarbij begeleiding krijgen als dat nodig is. Er loopt bij DZC’68 zelfs iemand rond die alle trainers en coaches begeleidt op het gebied van participatie.”

“Mensen die zich om wat voor reden ook bij de club melden, voelen zich hier thuis”, heeft Minkhorst als verklaring voor het succes van de aanpak. “Of je hier nu komt om lekker recreatief te sporten, om met voetbal te presteren, of om sociale redenen, we staan open voor iedereen. Wij krijgen mensen binnen die je anders bij de club niet zou zien. Mensen willen graag ergens bij horen en bij ons kan dat. Het imago van de vereniging is daarmee ook veranderd. Dat heeft weer de positieve uitwerking dat sponsors zich bij ons komen melden. Dat is de omgekeerde wereld!”

Wanneer is een club een open club?

Voor de ideale open club bestaat geen formule. En dat is maar goed ook, want elke buurt (en ook de daar aanwezige sportclubs) heeft zijn eigen specifieke behoeften. Elke club - groot/klein, binnensport/buitensport, team/individueel - kan voor zichzelf een stap zetten om meer open te worden.

Een open club kenmerkt zich door een open houding bij de kartrekkers en betrokkenen bij de club. Een dergelijke club is een ontmoetingsplek waarbij eigen leden, andere regelmatige bezoekers van de club en de buurtbewoners worden genodigd om te sporten en om betrokken zijn. Een open club is ondernemend en richt zich op een langetermijnvisie en staat daarom nooit stil. Zij denkt vraag- en buurtgericht en gaat steeds opnieuw na wat de behoeften zijn en speelt daarop in. De club gaat - mogelijk in samenwerking met andere sportclubs en partijen uit andere sectoren - gericht aan de slag om activiteiten aan te bieden. Ook voert de club actief en continu beleid op de ontwikkeling, kwaliteit en opleiding van sporttechnisch, arbitrerend en bestuurlijk kader. En streeft zij naar een betere bezettingsgraad van de accommodatie. Dit alles leidt tot ledenbinding, -behoud en/of -groei, meer ‘reuring’ op de club en continuïteit van het bestaansrecht.

3 jaar geleden aangepast door Luc Keersmaekers