Reactie op uitspraak in hoger beroep Gerben Wiersma

De uitspraak van het hoger beroep inzake Gerben Wiersma is bekend geworden. De commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak (ISR) acht bewezen dat Gerben Wiersma artikel 4.2 uit het Algemeen Tuchtreglement heeft overtreden, maar geeft daarvoor geen straf.

Het is belangrijk voor iedereen dat de uitspraak er is. Voor alle betrokkenen, die inmiddels op de hoogte zijn gebracht, is dit een enorm zware periode.

Gerben Wiersma: “Na onderzoek is gebleken dat de ongewenste gedragingen van mij zowel in aantal als in ernst zeer beperkt zijn geweest, dat er nooit sprake is geweest van doelbewust gedrag en dat mij in zeer beperkte mate een verwijt kan worden gemaakt.

Volgens de beroepscommissie heeft een aantal gedragingen dat heeft plaatsvonden in 2010/2011 er wel toe geleid dat turnsters zich in een aantal gevallen buiten de groep geplaatst vonden, genegeerd en onbegrepen hebben gevoeld.

Tegelijkertijd heeft de commissie ook oog gehad en vastgesteld dat ik een van de initiatiefnemers ben geweest voor de cultuuromslag die vanaf 2012 in de turnwereld heeft plaatsgevonden, dat veel turnsters hun plezier in Heerenveen hervonden en dat er na 2010/2011 geen meldingen meer zijn geweest.

Toen ik in april werd vrijgesproken heb ik aangegeven dat het me raakt dat er turnsters zijn met negatieve ervaringen en kennelijk deels met mij. Alhoewel ik geen straf opgelegd krijg, had ik wel gerekend op bevestiging van de vrijspraak. Ik wil het verder laten bij deze schriftelijke verklaring.”

Directeur Marieke van der Plas: “De inspanningen van de KNGU zijn gericht op de nodige cultuurverandering binnen de gymsport. De onderzoeken van het ISR dragen hieraan bij. De KNGU vindt dat concrete beschuldigingen in het belang van alle partijen bij het ISR moeten worden neergelegd voor onafhankelijke waarheidsvinding. Dit vergt heel veel van alle betrokken partijen.”